Van 27 december t/m 5 januari vond in Stockholm de Riltoncup
plaats. De laatste jaren ga ik altijd met oud en nieuw met vakantie, meestal
naar een zonnig oord. Omdat ik na ruim 5 jaar wel weer zin had in het spelen
van een groot toernooi en ik nog nooit in Zweden was geweest, schreef ik me in
voor de Elo-groep van dit jaarlijks terug kerende toernooi. Bovendien had ik in
Saint-Lo een aantal Zweden leren kennen. Leuk om hen eens op te zoeken.
Rilton is een soort Alfred Nobel voor het schaken. Uit zijn
erfenis wordt jaarlijks het toernooi gefinancierd. Gemiddeld krijgt het
toernooi zo’n 15.000 euro per jaar uit zijn nalatenschap. Opvallend is dat er
geen nevensponsoren zijn, op de deelnemers na dan. Na een tijdje rond gezworven
te hebben langs verschillende locaties, heeft het toernooi twee jaar geleden
onderdag gevonden in het Clarion hotel aan de Ringvare, ruim een kilometer
afstand van het oude centrum.
Het toernooi bestond uit drie groepen: de Open Groep, met
een flink aantal grootmeesters en meesters (waaronder Erwin L’Ami en zijn
vrouw), de elo-groep (voor spelers < 2200) en de ratinggroep, alleen
toegankelijk voor spelers uit Scandinavie met geen of een bijzonder lage
rating. De hoogste twee groepen speelden 9 ronden, de andere groep 7.
De speelzaal in het Clarion was uitstekend. Genoeg
speelruimte voor iedereen, zeer goede stoelen, ook voor het plebs zoals ik. Goede,
maar dure koffie (zoals overal in Zweden), kundige, beschaafde en goed geklede
arbiters, dgt-klokken en prachtige borden, niets stond een goed toernooi in de
weg.
Overnachten deed ik in een jeugdherberg, op 5 metrohaltes
van de speelzaal. Omdat de metro, ondanks een strippenkaart met korting, erg
duur was, heb ik meestal vanaf het oude centrum naar de toernooizaal gewandeld.
De partijen begonnen om 15.00 uur, zodat je ’s ochtends de tijd had om de
nodige toeristische activiteiten te ondernemen in deze prachtige stad. Bovendien
begon het op dat tijdstip ook donker te worden.
Ik was als 33e geplaatst in mijn groep, volgens
mijn KNSB-elo dan. Ik had als een van de weinigen in de groep geen FIDE-rating.
Omdat de KNSB-rating altijd wat lager uitvalt dan de FIDE-, zou ik bij de
eerste 20 kunnen eindigen, was mijn inschatting. Dat bleek uiteindelijk ook het
geval.
In de eerste ronde tegen een sympathieke Zweed, die mij alle
hoeken van het bord liet zien. Ik pakte de ruilvariant van het Frans te tam
aan. Gelukkig had ik nog een truc die hij niet zag.
In de tweede ronde stond een wat minder gemanierde Zweed op
het programma. Muts nooit afgedaan tijdens de partij, analyseren wilde hij
niet. Dat was ook niet echt nodig: hij speelde zo passief, dat ik in 19 zetten
de partij naar me toe kon trekken.
Daarna het echte werk. Tegen een jonge Noor deed ik in de
opening een mindere zet, waarna hij constant het initiatief had. Ik moest
vechten om de boel bij elkaar te houden. Een keer tastte ik mis, en dat kostte
materiaal. Salomon zou later ook het toernooi op zijn naam schrijven.
De laatste partij van het oude jaar mocht ik tegen een Zweed
met een Russische naam: Smirnov (geen familie van de Wodka). In de Lb5+ variant
kwam ik prima te staan, koos een goed plan en won vlekkeloos. Misschien mijn
beste partij van het toernooi.
Op oudejaarsdag hadden we vrij. Uiteraard is dat beter om
het op 1 januari te hebben, en zo lekker te kunnen knallen in de nacht. Maar de
speelzaal was op 31 december bezet voor een nieuwjaarsparty. De organisatie had
voor de deelnemers een feestje georganiseerd in het gebouw van de Stockholmse
schaakfederatie. Ooit was hier het toernooi gehouden, toen men geen andere
speelzaal kon vinden. Vanwege de ruimte moest er een groep ’s middags en een
andere groep ’s ochtends spelen. De party was saai, maar wel lekker eten en
drinken. Er werden diverse volksliederen gespeeld, telkens als het ergens weer
2013 was geworden (In Rusland bv. drie uur eerder dan hier.) Ik speelde een
beetje voor dj en trakteerde het publiek op popmuziek uit Nederland van de
jaren 60 en 70 (Shocking blue, Cats, Golden Earring). Om 0.45 naar huis. De
metro reed trouwens de hele nacht door. Weinig vuurwerk gezien.
Op 1 januari tegen een Duitser. Ik speelde goed, taxeerde
juist dat zijn koningsaanval te laat zou komen en won een pion op de
damevleugel. Ook de technische fase ging goed, totdat ik een verkeerd winstplan
koos. De stelling veranderde in remise, maar ik scoorde nog een nul omdat ik
mijn dame liet pennen. De Duitser kwam uit Oldenburg, vlak over de grens, maar
was nog nooit in Nederland geweest. E-mailadressen uitgewisseld. Ik zal hem
uitnodigen voor het Groningen open.
Daarna tegen een oude Rus die al voor de 15e keer
deelnam. Na een zet of 20 had ik een technisch gewonnen stelling, die ik op zet
66 verzilverde.
partij
partij
Daarna tegen een Zweedse schaaktrainer. Een slechte zet in
de opening had tot gevolg dat ik weinig aanknopingspunten had. Hij kon zijn
paard offeren voor een schijnbaar winnende aanval. Helaas zag ik niet dat ik
een toren terug kon offeren en verloor kansloos.
4-7. Om nog in de prijzen te vallen moest ik de laatste partijen winnen. Dat gebeurde ook. In de 8e ronde tegen een Servier die een rare zet in de opening deed, waarna ik achter elkaar won. Hij sprak geen woord over de grens, dus analyseren was er niet bij.
partij
In de laatste ronde tegen een Zweedse, vroeger Bulgaarse, WIM, ooit getrouwd geweest met Axel Ornstein, een van mijn Zweedse kennissen. Ook zij deed iets raars in de (opnieuw) Franse opening (Dd8-b6-d8). Ik won een pion, moest nog even nauwkeurig spelen, maar toen was het punt beslecht.
Eindresultaat 6-9. TPR: 2090. Niet verkeerd. Vijf van mijn
tegenstanders hadden boven de 2000 (twee boven de 2100). Daar scoorde ik 2
punten tegen (slechts een keer met wit), met wit moest ik tegen lager
geplaatsten, die ik ook alle won, waarvan een keer met geluk.
Ik was als eerste geplaatst in mijn ratinggroep. Niet al te
handig, want was mijn rating wel betrouwbaar? In ieder geval profiteerde ik
ervan, want ik veroverde ook de 1e ratingprijs, 3000 SEK (ongeveer
330 euro). Iedereen kreeg na afloop ook een herinneringsmedaille van 100 jaar
Olympische spelen in Stockholm (in 1912 organiseerde Stockholm de spelen).
Erwin L’Ami kende een stroeve start, maar versloeg in de
laatste ronde Smirin en werd gedeeld 2e in zijn groep. Maar pech,
geldprijzen werden hier niet gedeeld. Alina verloor de laatste ronde van
Cramling en viel niet in de prijzen.
Een goed georganiseerd toernooi kende ook een strakke
prijsuitreiking. Geen lange speeches en veel gedoe, gewoon tot de point en vrij
snel en alles in Engels.
Voor ieder die schaken met een vakantie wil combineren en
niet bang is voor een beetje kou, kan ik dit toernooi van harte aanbevelen. Toch
zijn er nog wel een paar verbeterpuntjes:
1) De
site. De server van de oude site was gehackt, waarna een nieuwe site gebouwd
moest worden. Daar kan nog veel aan worden verbeterd, o.a. een Engelse versie
van alles.
2) Publiceren
van uitslagen op papier.
3) Misschien
een beter reglement m.b.t. de prijsverdeling
4) Spelen
op 31 december i.p.v. 1 januari
Een aantal dingen was beter dan ik ooit eerder gezien had:
perfect geklede arbiters. Altijd keurig in pak een prachtige schaakstropdassen.
Alleen die dikke moet daar een beetje hulp bij hebben. Verder waren de stoelen
zeer goed, zeker als je de stoelen in Dieren of die gammele dingen in Groningen
ziet. Maar waarschijnlijk volgend jaar toch ergens anders heen: een toernooi in Krakow of gewoon op vakantie naar Malta of Cyprus.
toernooisite
eindstand en resultaten
fotoalbum
toernooisite
eindstand en resultaten
fotoalbum
Geen opmerkingen:
Een reactie posten